Aan het einde van de jaren zeventig onderdrukt een door een militair gecontroleerde militie een afgelegen dorp in de Filipijnse jungle. De geüniformeerde mannen gewapend met machinegeweren zijn verantwoordelijk voor het verspreiden van een terreur die zowel fysiek als psychologisch van aard is. Ze creëren een sfeer waarin buren vijanden worden en proberen het geloof van de dorpsbewoners in legendes en geesten uit te roeien. De onverschrokken jonge dokter Lorena opent een kliniek voor de armen, maar verdwijnt kort daarna spoorloos. Haar echtgenoot, de dichter, activist en leraar Hugo Haniway, wil weten waar zijn vrouw zich bevindt. Wanneer hij arriveert, wordt hij geconfronteerd met een gemeenschap die wordt verscheurd door despotisme en geweld.