In een stad van de doden, al lang verwoest en ver van de menselijke beschaving, leeft één mensenkind. Zijn naam is Will, en hij wordt opgevoed door drie ondoden: de hartelijke skeletkrijger Blood; de sierlijke gemummificeerde priesteres Maria; en de grillige spooktovenaar, Gus. De drie gieten liefde in de jongen en leren hem alles wat ze weten. Maar op een dag begint Will zich af te vragen: 'Wie ben ik?' Will moet de mysteries van het verre land van deze dode man ontrafelen en het geheime verleden van de ondoden blootleggen. Hij moet de liefde en genade van de goede goden leren kennen, en de onverdraagzaamheid en waanzin van de slechte. En als hij het allemaal weet, zal de jongen zijn eerste stap zetten op weg om een Paladijn te worden.